Modules opleiding specialist Taal/Lezen

MODULE 1

Mondelinge taal (spraak-/taalontwikkeling/taalstoornissen, meertaligheid en taalontwikkeling, woordenschat en mondelinge communicatie)

Spraak- en taalontwikkeling
Hoe verloopt de normale spraak- en taalontwikkeling en wat te doen bij een afwijkende ontwikkeling? Hoe herken je een taalontwikkelingsstoornis?

Meertaligheid
Wat komt er kijken bij de komst van een meertalig kind in de groep? Wat is talensensibilisering en hoe breng je dit in de praktijk? Hoe betrek je meertalige ouders bij het onderwijs?

Mondelinge taalvaardigheid
We kijken naar de leerlijnen mondelinge communicatie. Het gaat hierbij om deelvaardigheden als spreken, luisteren en gesprekken voeren. De verschillende leerlijnen beïnvloeden elkaar, zo is een goede woordenschat nodig om je mondeling uit te drukken en moet je taal goed gebruiken bij een effectief gesprek. Wat is van belang om goede communicatievaardigheden aan te leren bij kinderen. We kijken naar de doorgaande lijn en welke leerkrachtvaardigheden doen ertoe.

Woordenschat
De deelnemer kent aan het eind van de bijeenkomst het belang van woordenschat voor het leren van de leerlingen. De deelnemers leren over de viertakt van Verhallen en weten hoe ze deze werkwijze in de praktijk kunnen vormgeven, bijvoorbeeld met behulp van grafische modellen.

MODULE 2

Lezen (beginnende geletterdheid, aanvankelijk/voortgezet technisch lezen, begrijpend luisteren/begrijpend lezen 2x)

Ontluikende geletterdheid
Dit is het eerste begin waarin geschreven taal een rol gaat spelen in het leven van een kind. Hierbij gaat het om kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar.

Beginnende geletterdheid
Dit is het groeiende inzicht in de functies van geschreven taal, inzicht in het alfabetisch schrift en het verband tussen gesproken en geschreven taal. Een kind in deze fase leert eenvoudige woorden te verklanken, betekenis te verlenen aan geschreven taal en om woordjes te schrijven. Hierbij gaat het om kinderen in groep 1, 2 en 3. Hoe volg je de ontwikkeling van kinderen hierbij en wat is van belang voor een rijk en gedifferentieerd aanbod.

Aanvankelijk en technisch lezen
Tijdens de module over aanvankelijk en technisch lezen is er aandacht voor de doorgaande lijn van groep 1-8 en de 6 kenmerken van effectief leesonderwijs in relatie tot de praktijk. Na de bijeenkomst weten de leraren welke leerkrachtvaardigheden van belang zijn in het leesonderwijs. Verder is er aandacht voor het ondersteunen van leerlingen met dyslexie.

Begrijpend luisteren en lezen
We bekijken het belang van een doorgaande lijn van groep 1-8 en hoe je dit op de school kan organiseren. Welke leerkrachtvaardigheden doen ertoe en we gaan dieper in op strategieën aanleren en het belang van close reading.

MODULE 3

Taalverzorging (Spelling 1 en 2)
Hoe zorg je ervoor dat je spellinglessen effectief zijn, voor iedereen? In de twee bijeenkomsten gaan we aan de slag met de 7 pijlers van goed spellingonderwijs en de basis leerkrachtvaardigheden die nodig zijn. De essentiële stappen in de spellinginstructie komen aan bod, gekoppeld aan het IGDI model. En er is aandacht voor differentiatiemogelijkheden. De aanpak voor dyslectische kinderen is hier ook belangrijk onderdeel bij. De theorie zal aan praktische tips gekoppeld worden.

MODULE 4

Stellen (Stellen 1,2 en 3)

Goed leren schrijven is belangrijk, maar schrijven is een complex proces! Leerkrachten vinden vooral het geven van instructie bij schrijven moeilijk. Bovendien blijkt het afstemmen van het schrijfonderwijs op verschillen tussen leerlingen lastig.
In de module stellen staat daarom het volgende centraal:

  • Doorgaande lijn schrijfonderwijs in groep 1-8
  • Positieve invloed van schrijven op begrijpend lezen
  • De rol van mondelinge taal binnen het schrijfonderwijs
  • Het vijffasenmodel (schrijfproces)
  • Leerkrachtvaardigheden (instructie, feedback en beoordelen)
  • Schrijven en ICT
  • Schrijfplezier